Een handzaam boekje over pionieren in ruim honderd bladzijden: Heilig vuur. Een pioniersreis voor beginners. Het is geschreven door Margrietha Reinders. Ik kreeg het afgelopen vrijdag op een symposium ter gelegenheid van acht jaar pionieren in de Protestantse Kerk in Nederland. Wie wil weten wat het is, wat pionieren doen kan, kan in zijn gedachtevorming met dit boekje wel even vooruit. Pionieren is namelijk niet wat het lijkt. Het is per definitie anders. Margrietha vertelt er openhartig over. Pionieren is bijvoorbeeld niet een manier om de kerk weer vol te krijgen of voor een bepaalde tevoren vastgestelde groep weer aantrekkelijk te maken. Dat was aanvankelijk wel de bedoeling bij het Amsterdamse Heilig Vuur West waar Margrietha werkzaam was. Het sterke is dat deze predikant-pionier niet met een soort van gelijkhebberige triomf meldt. Ze heeft het er moeilijk mee gehad dat ze op dit punt faalde en vertelt daar openhartig over. Pionieren is niet voortgaan op de veilige, bekende weg met een bescheiden theologie en hooguit een vleugje missionaire gedrevenheid. Margrietha verhaalt hoe ze zelf in de loop der jaren veranderde. Ze leerde bidden, écht bidden. Ze leerde te leven van de wind. Toch, opnieuw, de toon wordt niet hoogmoedig. Die blijft veeleer bescheiden. Margrietha weigert zich te verheffen boven de sport- of hobbyclub, alsof een geloofsgemeenschap meer is. Voor een buitenstaander is er nauwelijks of geen verschil. Juist zo maakt ze contact, hoewel er natuurlijk best wel wat valt af te dingen op deze stellingname.
Op het symposium over pionieren eindigde spreker Bert Tiggelaar met het beeld van een vliegtuig dat maar gedurende 5% van een vlucht écht op koers zit. Er moet voortdurend worden bijgestuurd. Een mooi beeld voor pionieren. Wat niet in het beeld zit: het is goed mogelijk dat je met een ander vliegtuig landt dan waarmee je bent opgestegen. Pionieren verandert de pionier.
In de spiegel
In dit boekje kijk ik ook in de spiegel van ruim zeven jaar predikantschap in Leidsche Rijn bij Utrecht. Deze wijk ontstond in 1999 voor we in Nederland van pioniersplekken en fresh expressions of church hadden gehoord. De kerk begon er zoals ze overal in het na-oorlogse Nederland in een nieuwbouwwijk begon. Mensen komen samen in een schoollokaal, na verloop van tijd wordt een kerkenraad geïnstitueerd, de gebruikelijke kerkelijke activiteiten worden georganiseerd, enzovoort. Maar in Leidsche Rijn werkte het zo niet meer, althans de werkelijkheid was veel weerbarstiger, deels ook door factoren die niets met de wijk en haar relatief jonge bevolking te maken hadden. De kerk is letterlijk en figuurlijk een verschijnsel in de marge geworden. Het is in Leidsche Rijn gelukt om een eigen gezicht te krijgen dat past bij de wijk. Tegelijk heeft de gemeente er alle trekken van een traditionele gemeente die vooral mensen trekt die al een binding met de kerk hadden. Heilig vuur maakt me er nog eens bewust van dat de mogelijkheden om met zo’n gemeente anderen te trekken zeer beperkt zijn. Daarvoor is het nodig vrijwel van nul af opnieuw te beginnen. Te bidden. Te zoeken in welke richting Gods Geest waait. Natuurlijk, dat doet een gewone gemeente ook, maar haar zintuigen zijn anders ontwikkeld. Het is daarom goed dat Leidsche Rijn naast de bestaande gemeente ook een pioniersplek heeft gekregen.
Ongetwijfeld doet iedere pionier het weer anders. Niet alleen de context verschilt. Ook de persoonlijkheid van de pionier. Toch is Heilig vuur een must voor wie op wat voor manier dan ook over pionieren na wil denken. Eigenlijk elke gemeente en predikant zouden dat moeten doen. Overal vallen mensen ‘buiten boord’, ook in streken waar de kerk nog prominenter zichtbaar is dan in Amsterdam-West.