Vraagtekens
Al van het begin af aan heb ik grote vraagtekens bij het chipkaartproject van de OV-bedrijven. Handig voor de reiziger? Nee dus. Waar ik vroeger één keer een retourkaartje kocht moet ik nu vier keer mijn portemonnee pakken om in- of uit te chippen. Mensen die een trajectabonnement hebben, hebben er verhoudingsgewijs nog veel meer werk aan. Tegen de ene aankoop staan nu vele handelingen bij de poortjes. Veiliger voor reiziger en personeel? Ook dat betwijfel ik. Net als vrijwel iedere regelmatige reiziger overkomt het ook mij dat ik bij in- of uitchecken een ‘hijger’ in de rug heb. Die probeert het dus gratis. Niet zo gek, want controles heb ik bij mijn reizen in de laatste maanden – elke week toch gauw 3 à 4 retourreizen – in een veelal volle trein nauwelijks meer meegemaakt.
Nog een voorbeeld. De chipkaart had een servicekaart voor de reiziger kunnen worden, zoals in Londen bijvoorbeeld. Daar betaal je in het OV automatisch nooit meer dan de prijs van een dagkaart. Daar hoef je in Nederland niet om te komen. Dan heb ik het nog niet over in- en uitchecken bij verschillende vervoerders. Enkele jaren geleden kon de kaart in een strak tempo worden ingevoerd. Veel minder strak verloopt de planning als het gaat om het oplossen van dit probleem. De eerste pilots zijn van start … .
Duur
Van de ene op de andere dag raakte vorige week mijn chipkaart defect. Hij deed niets meer. De NS geeft de kaart uit voor vijf jaar. De mijne hield het ongeveer 2,5 jaar uit. Dat betekent dat er een nieuwe kaart gekocht moet worden à 11 Euro. Maar daarmee is het verhaal nog niet uit. Een vervangende chipkaart kan – toegegeven – snel besteld en geleverd worden. In de tussentijd moet ook gereisd kunnen worden. Dat betekent dat er ook nog eens een extra chipkaart gekocht moet worden, een anonieme van 7,50 Euro – aan een persoonlijke zit veel meer levertijd vast. In totaal gaat het dus om 18,50 Euro. Het is dus misleidend als ov-chipkaart suggereert dat het voor 11 Euro zou kunnen. En veel gedoe. Want op die anonieme kaart moet ook nog geld gezet worden. Het kan er later weer af, maar ook dat kost aandacht, tijd, enzovoort.
Als de kaart nog geen twee jaar oud is, kan die worden ingeleverd. Bij een technisch defect wordt 11 Euro terug gestort. Dan nog betaal je de postzegel voor het opsturen zelf … . Is de kaart ouder dan twee jaar, dan is het risico voor jezelf. Het is me onduidelijk wat voor redenering daar achter zit. De kaart wordt voor vijf jaar uitgegeven. Je mag dus verwachten dat die het bij normaal gebruik ook vijf jaar uit houdt. In het consumentenrecht heb je garantie voor een redelijke termijn. Dat lijkt me voor een voor vijf jaar uitgegeven chipkaart meer dan twee jaar, zeker als uit onderzoek blijkt dat het uitvallen niet het gevolg is van je eigen handelen. Helaas zal dat consumentenrecht wel weer net niet gelden voor de reiziger. De site van de ov-chipkaart suggereert dat je bezwaar kunt maken tegen de betaling van 11 Euro. Dat blijkt echter een wassen neus. Een met argumenten onderbouwde mail wordt met een standaardreactie beantwoord.
Het deze week verschenen rapport over de Fyra draagt de titel ‘De reiziger in de kou’. De suggestie is dat dit alleen het geval is bij de Fyra. Helaas, wie het beleid ten aanzien van het OV in de afgelopen jaren bekijkt, moet constateren dat dat in feite voor heel het OV het geval is.