Zo zou je kunnen geloven

Op welke basis koop je een boek? Als ik in een boekwinkel rondkijk, dan wil de omslag nog wel eens wat ‘doen’. Of de beschrijving op de achterflap. In dit geval trok de titel me. Die is meerduidig. Het accent kan liggen op het ‘zo’: op déze specifieke manier. Maar ook op ‘kunnen’. Op deze manier kan het, maar anders ook. Of nog anders: op deze manier lukt het misschien (nog) wel. De titel typeert het boek. De auteur, Maarten Wisse, neemt je mee in een zoektocht naar de inhoud van het christelijk geloof. Dat is in de eerste plaats een persoonlijke zoektocht. Maar het is tegelijk een verantwoorde zoektocht. Wisse geeft duidelijk aan, welke keuzes hij maakt. Het boek heeft daarmee een sterk rationele inslag. Dat zal ondanks de vlotte schrijfstijl niet iedereen aanspreken. Tegelijk: juist zo blijft er volop ruimte voor de keuzes die de lezer maakt. Wisse schept daarvoor bewust ruimte. Het gaat hem niet zozeer om de waarheid van een geloofsinhoud, maar – heel (post)modern – om de betekenis die het voor een gelovige kan hebben. Daarmee komt hij overigens heel wat orthodoxer uit dan je in eerste instantie zou verwachten.

Wisse schetst vier richtingen van geloven. Hij maakt daarbij steeds gebruik van een lied. Het gaat achtereenvolgens om traditioneel, gemoderniseerd, evangelicaal en buitenkerkelijk christendom. Vooral dat laatste vind ik gedurfd en een vondst. Wisse zet steeds de sterke en de zwakke punten op een rijtje, heel direct. Bij het gemoderniseerd christendom – zeg maar de ‘mainstream’ van de Protestantse Kerk – constateert hij dat de allesomvattende liefde van God die hier krachtig naar voren komt, een sterk punt is. Tegelijk zorgt dit er mede voor dat kerk en geloof sterk aan betekenis verliezen. Kortweg: als God toch wel van mij houdt, waar zou ik me dan verder druk om maken. Dit bezwaar ziet hij ook bij het buitenkerkelijk christendom dat zeker op dit punt heel dicht tegen het gemoderniseerde aan ligt. Wisse bewaart overigens bij alle directheid de nuance.

De vier richtingen vormen voor Wisse het kader voor het formuleren van zijn eigen positie. Hij kiest daarbij voor het hart van de christelijke traditie, Pasen, meer in het bijzonder de liturgie van de Paaswake. Op dat moment ondergingen in de vroege kerk tallozen de doop, afzweren van het kwade, toewending naar Christus. Het motto wordt dan: ‘Bekering tot gerechtigheid’. Wisse schuwt stevige, klassieke begrippen bepaald niet. Langs deze weg weet hij de radicaliteit van het christelijk geloof tot leven te wekken. Geloof is meer dan een goed gevoel. Het komt tot uiting in heel ons leven. Maar dat is niet het een en het al. We moeten eerlijk zijn over onze neiging niet God en onze naaste te zoeken, maar onszelf. Wij kunnen veel, maar we kunnen het niet alleen. We hebben God nódig. Wisse is daarbij eerlijk. Ook hij kan niet altijd even goed onder woorden brengen waarom Jezus móest sterven. Tegelijk kan hij er niet om heen. Daar ligt voor hem het hart van het christelijk geloof. Maar niet voor hem alleen: Bijbel en christelijke traditie zijn doortrokken van de offergedachte.

Wisse bekent zichzelf tot het gemoderniseerde christendom. Dat is vooral een gevolg van het feit dat hij bewust wil kiezen maar nadrukkelijk zonder de absolute waarheidsaanspraken die het traditionele en evangelicale christendom kennen. Zo maakt hij zich vrij. Hij argumenteert op overtuigende wijze dat het in het christelijk geloof wel echt ergens over gaat, over móet gaan. De lat mag best hoog liggen. De kerk is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Allerlei kerkelijke mores dienen er uiteindelijk toe beter gerechtigheid te kunnen doen. Juist ook het Avondmaal kan daarbij helpen: je bewust opnieuw omkeren en laten omkeren naar God toe.

Wisse sluit andere opvattingen dan de zijne op voorhand in. Zelf heb ik de indruk dat voor de kerk als zodanig te weinig ruimte overblijft. Ze is nu wel erg functioneel gedacht. Ook kan ik me voorstellen dat sommigen het allemaal te zeer een constructie vinden, onvoldoende praktijkgericht, al zal Wisse zelf de eerste zijn om dat te bekennen. Toch, het zal duidelijk zijn. Ik vind dit een mooi en inspirerend boek. Wie eens goed wil nadenken over wat hij/zij gelooft, vind er een prima handreiking in.

Maarten Wisse, Zo zou je kunnen geloven (Franeker: Van Wijnen 2013) (ISBN 978 90 5194 465 5, € 14,95)

Over Klaas-Willem de Jong

Mijn naam is Klaas-Willem de Jong. Ik ben docent kerkrecht en opleidingscoördinator van de VU-PThU joint bachelor Theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit. Ik studeerde theologie in Kampen (1979-1985), in Boedapest (1987-1987) en promoveerde aan de VU (Amsterdam, 1996). Verder studeerde ik Nederlands Recht aan de Open Universiteit (2002-2010). Mijn afstudeerscriptie ging over de verhouding tussen kerkelijk recht en privaatrecht. Eerder was ik predikant in Oudega (SWF), Haarlemmermeer-Oostzijde (Rijsenhout), Oudshoorn-Ridderveld (Alphen a/d Rijn) en Leidsche Rijn (Utrecht). Nog steeds studeer ik graag. Ik wandel en fiets. Daarnaast heb ik als hobby treinen (groot en klein). Meer informatie op mijn website: www.kwdejong.nl en op de blog www.kerkenrecht.nl
Dit bericht is geplaatst in Alles, Gemeente, Publicaties. Bookmark de permalink.