Stokkende mobiliteit predikanten?

Ruim een jaar geleden publiceerde het Mobiliteitsbureau van de Protestantse Kerk een onderzoek waaruit zou blijken dat de mobiliteit van predikanten aan het stokken is. Om uiteenlopende redenen blijven predikanten waar ze staan. Ze zijn niet of minder ontvankelijk voor een beroep naar een nieuwe standplaats. Onder meer in Christelijk Weekblad plaatste ik vraagtekens bij de basis voor de aanname. Inmiddels lijkt het er op dat het Mobiliteitsbureau wel eens gelijk zou kunnen krijgen, al valt dit gelijk mijns inziens nog steeds niet af te leiden uit de indertijd gepubliceerde cijfers. Van verschillende kanten hoor ik dat er nauwelijks gereageerd wordt op advertenties met predikantsvacatures, ook niet als het gaat om vacante plaatsen in het geliefde Midden of Westen van het land. Het houdt geregeld met een handvol reacties op. Tegelijk zie ik de laatste weken ineens in een aantal plaatsen proponenten, beginnende predikanten, beroepen worden. Tot voor kort kwamen die veel moeilijker aan het werk, vermoedelijk omdat ze voor een kerkelijke gemeente even duur waren als een predikant met ervaring. Anders gezegd: voor hetzelfde geld kon een gemeente ‘meer’ predikant krijgen, al heeft een beginnende predikant door zijn frisheid ook een eigen charme. Het lijkt erop dat de proponenten nu de plekken innemen die de gesettelde predikanten open laten. Bij dit alles moet ik wel de kanttekening plaatsen dat het beroepingswerk meer variatie kent dan het werken met advertenties. Tal van gemeenten doen het nog steeds op de beproefde manier, door zelf contact te zoeken met van verschillende kanten aanbevolen predikanten. Ook dan valt me op dat in ieder geval op dit moment weinig ‘gevestigde’ predikanten verkassen.

Twee vragen stellen zich als het ware vanzelf. Hoe gaat dit verder? En: is het erg, zoals het verder gaat? Om met het eerste te beginnen. Ondanks krimp en kramp in de kerk zou het toch wel eens kunnen gaan komen van het reeds langer voorspelde predikantentekort. De kerk zal dan op een andere manier moeten voorzien in geestelijke leiding, bijvoorbeeld door meer HBO-ers, al dan niet met sacramentsbevoegdheid, in te zetten. Erg hoeft dat op zich niet te zijn. Het geeft de kerk als geheel financieel wat lucht: het moet over het geheel genomen financieel mogelijk blijven het bestaande predikantencorps te blijven betalen. De druk op ‘zittende’ predikanten zal daardoor in dit opzicht wat af kunnen nemen. Zij zullen, als ze dat willen, makkelijker van standplaats kunnen wisselen. De vraag van gemeenten blijft gelijk, of neemt zelfs wat toe, het aanbod van predikanten neemt af. Tegelijk is het niet ondenkbaar dat de werkdruk op predikanten toeneemt: met minder mensen moet dezelfde hoeveelheid werk worden gedaan, zeker als geen hulpkrachten van elders – zoals de genoemde HBO-ers – worden ingezet. Alles bij elkaar zal er mee gerekend moeten worden, dat er een zekere braindrain plaats vindt: minder academisch gevormde predikanten, minder tijd voor predikanten om de academische vorming op niveau te houden. De een zal dat geen punt vinden: zeg maar gewoon waar het op staat. Een ander ziet zeker op termijn de kerk verzwakken. We moeten mee kunnen blijven komen in een maatschappij die voortdurend verandert. De kerk moet in het licht van het Woord dat haar is toevertrouwd in rapport kunnen blijven met de tijd.

Over Klaas-Willem de Jong

Mijn naam is Klaas-Willem de Jong. Ik ben docent kerkrecht en opleidingscoördinator van de VU-PThU joint bachelor Theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit. Ik studeerde theologie in Kampen (1979-1985), in Boedapest (1987-1987) en promoveerde aan de VU (Amsterdam, 1996). Verder studeerde ik Nederlands Recht aan de Open Universiteit (2002-2010). Mijn afstudeerscriptie ging over de verhouding tussen kerkelijk recht en privaatrecht. Eerder was ik predikant in Oudega (SWF), Haarlemmermeer-Oostzijde (Rijsenhout), Oudshoorn-Ridderveld (Alphen a/d Rijn) en Leidsche Rijn (Utrecht). Nog steeds studeer ik graag. Ik wandel en fiets. Daarnaast heb ik als hobby treinen (groot en klein). Meer informatie op mijn website: www.kwdejong.nl en op de blog www.kerkenrecht.nl
Dit bericht is geplaatst in Alles, Gemeente, Overig. Bookmark de permalink.